Ontologisch gedeeld

Laatst schreef ik u een korte brief. Ik heb oprecht spijt van mijn woorden. De brief voeg ik ter herinnering in.

Beste Mijn kamerplant,

Ik zie dat jij jouw blad ‘s nachts anders houdt dan overdag. Ik vermoed dat je de seizoenen voelt, dat jouw cellen je een gevoel van tijd geven. Trouwens, kun je mij waarnemen? Of wandel ik te snel?

Graag zou ik ook meer willen weten over je zintuig voor water. Ik heb begrepen dat je naar water toe beweegt? Tot slot, en dan moet ik weer verder, wordt de MeToo-discussie bij jullie ook gevoerd?

PS
1. Ik schrijf míjn kamerplant. Maar je hoeft niet mijn bezit te zijn hoor. Wat mij betreft maak je eens een ommetje. Maar je bent sedentair, dacht ik?
2. Luister je trouwens muziek? Ik draai de laatste tijd vaak Sofi Tukker, maar misschien heb je daar een tering hekel aan.
3. Mocht je deze brief niet kunnen lezen, laat het me dan even weten.

De brief herlezend valt me op dat ik nog altijd niet ontkomen ben aan een waarschijnlijk genetisch bepaalde en socioculturele humane arrogantie ten opzichte van andere organismen. Terwijl ik me tegelijkertijd zo verwonder over uw soort. Vousvoyeert uw soort? Deze vraag is natuurlijk ook alweer sapiens sapiens van aard. Ik lijk geen toegang te hebben tot andere organismen. Waarschijnlijk neem ik voor mensen toegankelijke plantachtige impressies van u tot me.

Dat wat we van elkaar weten en voelen is zeer betekenisvol voor me en ik hoop ook voor u. Het is al zo moeilijk, beste Begonia Maculata, om mijzelf te kennen. Ik besta denk ik uit een contingente en tijdelijke maar unieke constructie die bij elkaar gehouden wordt door een narratief dat continu interacteert met zijn omgeving. Mijn zelf heeft plantaardige eigenschappen, door over planten te denken, door micro-organisme te delen of doordat mijn voorouders ook planten aten. En ik vermoed dat u ook mij-achtige aspecten kent, zoals mijn adem en de schaduw die door mij op u valt.

Zo vrijuit schrijvend, beste vriend, kom ik tot de conclusie dat je een leraar voor me bent. Het pure bestaat niet. Niet ontologisch en ook niet ethisch. Er is geen één. We zijn gedeeld. Dank voor dit inzicht.